Kunstenaar Bart Groenewegen weet eigenlijk niet eens meer hoe het idee voor de Troostmaaltijd is ontstaan. Maar hij heeft hem enkele malen bereid, dus hij bestaat. En een ding weet hij wel zeker: de Troostmaaltijd is een goeie eenzaamheids-verdrijver.
‘En dan heb ik het over samen troost-gerechten kiezen, samen klaarmaken en met z’n allen opeten’, zegt Bart. ‘Dat hele traject is belangrijk. Samen eten is een sociaal ding. Je voelt de andere kant van eenzaamheid: verbinding.’ Maar het kan ook heel goed troostend zijn als je in je eentje iets klaarmaakt; het gaat dan niet om comfortfood, maar om iets lekkers koken dat je echt kan troosten.
Toen Bart voor een Troostmaaltijd ging overleggen met de bezoekers van buurtrestaurant Olympia in Amsterdam, werd meteen duidelijk wat de meest troostende gerechten waren: de gebakken kippenlevertjes met rozemarijn op toast van Sonja, spaghetti met tomatensaus en heel veel parmezaanse kaas, die Paul at toen hij uit het ziekenhuis kwam, en als toetje de slagroomsoesjes, al dan niet gedipt in warme chocolade, waar Jan zich mee troost ‘bij diepe dalen en groot verdriet’.
Het was niet makkelijk om het gesprek op eenzaamheid te brengen bij de bezoekers van het buurtrestaurant. Hij herinnert zich ‘drie dames die in de zware ontkenning’ zaten. Zij eenzaam? Absoluut niet. Maar toen het over troosteten ging hadden ze meteen hun voorbeelden klaar. ‘Troost is een softere versie van het harde woord eenzaamheid’, ontdekte Bart. Zelf noemt hij het voorbeeld van de lasagne die hij maakte toen z’n relatie uit was en hij in een ‘alleenperiode’ zat: ‘als het huis zich langzaam met heerlijke lasagne-geuren en verwachtingen vult: daar put je dan troost uit.’
Het idee was om een kookboek met troostgerechten te maken, inclusief de verhalen erachter. Dat kookboek is er nog niet, maar de eerste verhalen zijn er al wel. Een goed gevulde groentesoep: ‘de gedachte daaraan stemt al blij en blij gaat tegen het gevoel van eenzaamheid in’, noteert een van de bezoekers van het Festival Voor Eenzaamheid. ‘Gado gado met emping’, schrijft een ander. ‘Ik ga het halen als ik me niet zo lekker voel. Omdat het tokootje om de hoek zo gezellig is met die lieve mama kok en haar twee mooie dochters.’ Of die heerlijke risotto, die zo langzaam tot stand komt. ‘Ik geniet van de smaken en ben tevreden dat ik in mijn eenzaamheid aandacht besteed aan mezelf.’
De traagheid en de zich verspreidende geuren zijn ook kenmerkend voor het bakken van brood, zegt Bart. Sinds kort bestiert hij een buurtoven waar brood en pizza’s gebakken kunnen worden door mensen uit de wijk. ‘Dat is nog iets heftiger: ze moeten vuur maken, deeg kneden, continue opletten. Dat geeft voldoening en ook dat verdrijft de eenzaamheid.’