Voor het Verwey-Jonker Instituut heeft hij meegewerkt aan enkele studies over eenzaamheid. Vorig jaar evalueerde onderzoeker Freek de Meere (1965) de eenzaamheidsprojecten van Young Designers, wat resulteerde in het rapport ‘Wat social design vermag’. Hij pleit daarin voor meer samenwerking tussen kunstenaars en hulpverleners. ‘Stap op de mensen af en geef ze aandacht.’
Wat heb je met eenzaamheid?
‘Eerlijk gezegd, niet zoveel eigenlijk. Als puber had ik wel last van eenzaamheidsgevoelens, denk ik achteraf. Je bent onzeker en verlegen, en je voelt je daar behoorlijk alleen in. Als ik die projecten niet gedaan had, zou ik nauwelijks bij eenzaamheid stilstaan. Ik ben er nu wel alerter op geworden en laat dat soort gevoelens meer bij me toe. Zo kwam ik laatst langs de kinderopvang. Daar zag ik allemaal ouders die hun kinderen ophaalden en er fijn mee in de weer waren, en ineens had ik het gevoel dat die wereld achter me ligt, dat dat voor mij voorbij is. Ergens gaf me dat het gevoel dat ik buitengesloten ben, maar dan toch vooral in beschouwende zin: het was een mooi tafereel en daar had ik geen deel meer aan, zo voelde dat.’
Kunstenaars tonen eenzaamheid als pracht niet als probleem, tweette je. Hoe bedoel je?
‘Dat was na de evaluatie van al die eenzaamheidsprojecten van Young Designers. Het woord pracht is wel wat fors aangezet, ik vermoed dat de afdeling communicatie die tweet bedacht heeft. Maar het is natuurlijk wel in lijn met wat uit het rapport kwam en waar die kunstenaars voor staan. In die zin werkt zo’n uitspraak als een eye-opener. We hebben dat ook gemerkt met een artikel dat we naar aanleiding van het rapport geschreven hebben en dat we aan het tijdschrift Sociale Vraagstukken aanboden. Het heeft nog moeite gekost om het verhaal daarin geplaatst te krijgen. Voor de redactie was eenzaamheid een groot probleem. Daarvan kun je toch niet zeggen dat het “gewoon” is en dat je er “de schoonheid van kunt zien”?’
Hoe gewoon is eenzaamheid als er zo’n taboe op ligt?
‘Ik weet niet of het een taboe is. Dat hoor je wel vaak, maar tegelijk praten we over van alles en nog wat, en dan niet over eenzaamheid? Neem mijn schoonmoeder die aardig op leeftijd is, zij zegt wel dat ze zich eenzaam voelt. Ik vraag me af of ze dat vijftig jaar geleden ook gedaan zou hebben. Misschien slijt het taboe er toch een beetje af.’
Interventies tegen eenzaamheid werken amper. Valt daar wat aan te doen?
‘Hulpverleners willen er zo graag wat aan doen, maar eenzaamheid is zo’n veelkoppig fenomeen dat je dat niet zomaar met een interventie kunt oplossen. Zoveel mensen, zoveel vormen van eenzaamheid, zou ik bijna zeggen. Met een taskforce of iets in die trant los je dat echt niet op. Ik denk dat je het beter andersom kunt benaderen. Zoek, net zoals kunstenaars dat doen, de mensen op, stap op ze af en geef ze aandacht. Dat is ook de kracht van anonieme telefonisch hulpdiensten: het gros van de mensen die daarheen bellen, willen aandacht van iemand. Zo simpel is dat. Maar als je dan als kunstenaar op ze afgestapt bent en je hebt met een artistieke interventie hun gevoelens opgerakeld, moet je wel openstaan voor hun verhaal, je kunt ze dan niet in de kou laten staan. Daar ligt een prachtige taak voor hulpverleners die daar immers in geschoold zijn.’
Moeten we eenzaamheid accepteren?
‘In zekere zin hoort het bij het leven, zonder dat ik in fatalisme wil vervallen. Sommige mensen overkomt het ook niet zo gauw of ze ervaren het niet zo snel, terwijl anderen er echt onderdoor gaan. Daarom is het ook zo mooi dat veel hulpverleners, vrijwilligers en organisaties zich voor hen inzetten. Zelf hoop ik ook dat ik, als de nood aan de man komt, bij een goede hulpverlener terecht kan.’
Klik hier voor het rapport Wat social design vermag. Verkenning van de mogelijkheden om eenzaamheid tegemoet te treden.